Jaarverslag 2024 stichting Klokkenluiders Verstandelijk Gehandicaptenzorg
21 mei 2025
Algemeen
In 2024 heeft het bestuur van de stichting Klokkenluiders VG vier keer
vergaderd, naast een aantal casusbesprekingen. Ook in 2024 hebben
leden van het bestuur weer op uitnodiging van het ministerie van VWS
deelgenomen aan het Lerend Netwerk ‘Voorkomen van klachten’ en
zullen dit ook in 2025 blijven doen.
Samenstelling bestuur eind 2024
Olga Floris, voorzitter
Nannie Kruissel, secretaris/beheerder meldpunt
Ben Kruissel, penningmeester
Hanneke Cowall, bestuurslid
Emmely Koudstaal, bestuurslid
Gerard Nass, bestuurslid
Meldingen algemeen
In de gesprekken of e-mails met de melders proberen wij te
achterhalen wat er is gebeurd, liefst aan de hand van aan ons
verstrekte e-mails of documenten. Daarna proberen wij melders op
weg te helpen met betrekking tot klachtafhandeling (bijvoorbeeld het
verwijzen naar de cliëntvertrouwenspersoon van de instelling of naar
een onafhankelijke cliëntondersteuner).
In complexere casussen verwijzen wij naar de IGJ (Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd), Het Juridisch Loket, de Geschillencommissie
Gehandicaptenzorg of een advocaat. Hierbij ondersteunen wij de melders,
waar mogelijk (bijvoorbeeld door mee te lezen in de communicatie met
de zorginstelling).
In 2024 zijn in totaal 35 meldingen binnengekomen. Met de meeste
melders is persoonlijk contact geweest, tenzij melders aangaven geen
contact met ons te willen vanwege privacy of uit angst voor eventuele
gevolgen van de melding.
Vaak zijn melders familieleden van cliënten, maar steeds meer medewerkers
melden ook bij ons. Medewerkers proberen misstanden te melden bij
de werkgever, maar stuiten daar op onwil om iets met die melding te doen.
Soms zelfs wordt hen een vaststellingsovereenkomst opgedrongen en
verliezen deze medewerkers hun baan.
Het meest aangevinkt op het meldingsformulier zijn de onderwerpen:
- Weigering van management om te luisteren of te overleggen
- Bejegening/intimidatie
- Onbevredigende wijze van klachtafhandeling
- Kwaliteit van zorg onder de maat
- Inzet van niet-gekwalificeerd personeel
Tijdens het maken van het meldingsformulier waren er destijds
nauwelijks meldingen over het feit dat zorginstellingen verwanten
het mentorschap/bewindvoering laten afnemen door de kantonrechter.
Daarna wordt het contact met het kind in de instelling gedwarsboomd
en in sommige gevallen komen er financiële problemen door het falen
van de professionele bewindvoerder. Soms zijn professionele bewind-
voeringsbureau’s zelfs geliëerd aan een zorginstelling, al kom je daar
als verwant ook moeilijk achter.
Ook zien we de meldingen stijgen over het eenzijdig beëindigen van
de zorgovereenkomst door de zorginstelling, gedwongen verhuizingen
en het niet/onvoldoende naleven van de regels van de Wet zorg en
dwang (Wzd). We gaan het meldingsformulier daarom aanpassen.
Wat verder opvalt in de meldingen is dat de CVP’s (cliëntvertrouwens-
persoon) soms in dienst blijken te werken bij de zorginstelling, waardoor
hun onafhankelijke rol – zoals bedoeld in de wet – ter discussie staat.
Conclusie
De Klokkenluiders VG zien een stijging van complexe (juridische)
meldingen. De ondersteuning van de melders wordt daarom ook
ingewikkelder. Melders, die door ons worden doorverwezen naar
professionele onafhankelijke cliëntondersteuners, geven aan ook
daar niet altijd de juiste hulp te krijgen of zelfs worden afgewezen
vanwege de complexiteit van de situatie.
Verwanten, die door de kantonrechter op voorspraak van een
zorginstelling uit het mentorschap/bewindvoering zijn gezet, kunnen
wel in beroep gaan bij Het Hof (daar is een advocaat verplicht), maar
dat loopt voor hen zelden goed af. Bovendien zijn er weinig advocaten-
kantoren, die veel ervaring hebben met dit soort zaken.
Verwanten staan hier dan alleen in en blijven achter met hun verdriet,
helemaal als daarna het contact door toedoen van de zorginstelling
bemoeilijkt wordt.
Wij maken ons zorgen om deze ontwikkelingen, temeer daar het gaat
om kwetsbare mensen die vaak makkelijk te beïnvloeden zijn en ook
te maken hebben met steeds wisselende hulpverleners, met allen hun
eigen ideeën over de rol van de familiaire wettelijk vertegenwoordiger.
Wanneer zorgaanbieders van mening zijn dat familiaire wettelijk
vertegenwoordigers te kritisch zijn en te veel vragen stellen, kan het
verleidelijk zijn de voorkeur te geven aan een professionele wettelijk
vertegenwoordiger, die minder tijd besteedt aan de betrokkene en
diens recht op goede zorg. Daarmee komt het ‘goed vertegenwoordiger-
schap’ onder druk te staan.
Graag zouden wij over deze casuïstiek meer de discussie willen aangaan.
Stichting Klokkenluiders VG, mei 2025