Skip to main content

Incidenten op zorgboerderijen en kwaliteitsbeleid

10 maart 2023

Het toezicht op grote en kleine zorginstellingen faalt. Mishandeling van zeer kwetsbare kinderen en volwassenen dreigt. Sterker, zulk misbruik vindt plaats.

Aldus de NRC van 13 februari jl.

Het misbruik betrof een zorgboerderij in het Oost-Groningse Wedde. Daar werden tien bewoners met verstandelijke of meervoudige beperking lichamelijk en geestelijk mishandeld. Medewerkers smeerden pindakaas op het gezicht van een van de bewoners, waarna de bewoner op de grond werd gelegd en een hond de pindakaas van het gezicht aflikte. Een andere bewoner werd met zijn hoofd in de wc geduwd. Medewerkers trokken bewoners verder aan de haren, gooiden zand in hun bed en stopten de slang van een spuitfles zo diep in de keel van een bewoner dat die stikgeluiden maakte. Of bewoners werden in een sloot gezet of moesten buiten in een tent overnachten. Ook werden ze vernederd en uitgescholden voor 'viezerik', 'aso' en 'satan'.

Dit alles staat in een rapport van de Inspectiedienst Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), dat begin februari openbaar werd gemaakt. Na het bevel van de IGJ  om de zorg aan twee cliënten direct te stoppen, besloot het bestuur van de instelling de deuren te sluiten.

De situatie in Wedde is niet uniek. Zo moet een grote jeugdzorginstelling in het Friese Kortehemmen deels stoppen, omdat minderjarige jongens seksueel misbruikt werden door medewerkers. En afgelopen week besloot de Groningse gemeente Eemsdelta een zorgboerderij voor dementerende ouderen in Holwierde te sluiten nadat medewerkers spraken van een angstcultuur en seksuele intimidatie.

Misstanden bij zorginstellingen komen vaker voor, maar cijfers over het totale aantal incidenten ontbreken vanwege versnipperd toezicht op de instellingen. De IGJ waarschuwde eind vorig jaar al dat "het toezicht niveau van gemeenten op de zorg te laag is" en er "geen sprake is van een duidelijke verbetering vergeleken met die in voorgaande jaren". Ook heeft de IGJ heeft te weinig menskracht om instellingen goed te controleren, zeggen hoogleraren tegen NRC .

Waarom stokt het toezicht?

De afgelopen 10 jaar is het aantal zorgboerderijen van zo'n 1.000 naar 1.300 gestegen schat de Wageningen University & Research . Daarvan zijn er 920 aangesloten bij Federatie Landbouw en Zorg (FLZ), de belangenorganisatie die werkt met kwaliteitskeurmerken. De boerderij in Wedde was niet aangesloten zegt FLZ-directeur Maarten Fischer. Hij ziet vooral dat de kleinschalige zorg toeneemt, met kleine groepen en vaste medewerkers: „Een soort familiesetting."

De vraag naar zorgboerderijen nam de afgelopen jaren toe vanwege een snelle afbouw van bedden in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Tegelijkertijd was er meer vergrijzing en vraag naar jeugdzorg. Zorgboerderijen sprongen in dat gat. "Maar de afgelopen vijf jaar zien we dat de groei stokt", zegt Fischer.

Veel zorgboerderijen verlenen vaak zorg aan meerdere groepen mensen die onder vier zorgwetten kunnen vallen. Zo kan één zorginstelling zowel aan minderjarigen als volwassenen zorg verlenen. Of aan mensen met autisme én dementerende ouderen. En dan blijkt dat er voor dezelfde zorgboerderij verschillende toezichthouders zijn, die niet goed samenwerken.

Eén van de toezichthouders is de inspectiedienst IGJ, die verantwoordelijk is voor de jeugd- en langdurige zorg. De IGJ bezoekt maar heel beperkt onaangekondigd zorginstellingen, zegt hoogleraar bestuurskunde Menno Fenger van de Erasmus University Rotterdam.  "Er zijn in 2021 2.500 onaangekondigde inspecties geweest op 250.000 zorginstellingen. Daarvan werken ongeveer 100.000 zorginstellingen met de kwetsbaarste mensen die intensieve zorg nodig hebben", zegt Fenger. "Dat betekent dat binnen die kwetsbare categorie je eens in de veertig jaar een onverwacht inspectiebezoek krijgt."  Volgens Fenger zijn de IGJ ‘s te klein. Ook Heinrich Winter, hoogleraar bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, onderschrijft de beperkte menskracht bij de IGJ: "Daardoor kunnen zij alleen reageren op meldingen. Voor onverwachte bezoeken hebben ze nauwelijks het personeel."

En dat is zeker voor de meest kwetsbare groep een probleem, zegt Fenger. "Dat zijn vaak patiënten die niet mondig zijn, soms niet of amper kunnen praten en voor wie er geen alternatief is voor hun huidige zorgboerderij."  

Vraag om meer toezicht

IGJ is niet de enige toezichthouder. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht op zorgboerderijen, die onder de wet maatschappelijke ondersteuning  (WMO) vallen. Uit een enquête van de IGJ blijkt dat ook een derde van de gemeenten alleen reageert op meldingen. "Met de decentralisatie werd ook bezuinigd op de zorg", zegt Winter. "Daardoor moeten gemeenten nu bijvoorbeeld op straatlantaarns bezuinigen, omdat ze geld tekortkomen voor de zorg. Om die reden is toezicht bij sommige gemeenten een ondergeschoven kindje." Nog ingewikkelder is het persoonsgebonden budget (pgb).  In die situatie moet de gemeente die betaald toezicht houden op de kwaliteit van de pgb-zorg, ook als die door een instelling in een andere gemeente wordt geleverd. De cliënt mag zelf kiezen waar hij in Nederland zorg wil ontvangen. Daardoor heeft een zorginstelling soms uit tien verschillende gemeenten cliënten. Dan zijn op papier die tien gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht.

Initiatief tot meer toezicht

Acht jaar na de decentralisatie wordt het volgens Fenger en Winter dan ook echt tijd dat het toezicht op zorginstellingen verbetert. De IGJ en gemeenten zouden meer moeten samenwerken, waardoor het toezicht centraler wordt geregeld. Voor 920 instellingen die zijn aangesloten bij Federatie Landbouw en Zorg (FLZ) werd 23 januari jl. een overkomst ondertekend.  ‘De Stuurgroep Kwaliteitskompas Gehandicaptenzorg’ wil werken aan een kwaliteitsaanpak die maximaal aansluit bij het doel van de zorg en in de toekomst domein overstijgend kan werken. Het ‘Integraal kwaliteitskompas’ moet zorgen tot meer persoonsgerichte zorg en het probleem oplossen dat voor elke doelgroep en manier van financiering nu aparte zijn.  Zorgaanbieders zijn nu ook tot 30 procent van hun tijd bezig met administratie. Tijd die niet aan de zorg wordt besteed en dat moet anders.

Kwaliteit gezien vanuit de cliënt

Annemarie Peters, is beleidsadviseur kwaliteit bij de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en secretaris van de Stuurgroep: "Wij hebben ons Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg geactualiseerd en omgedoopt tot het Kwaliteitskompas, het is 1 januari 2023 in gegaan.  Het vernieuwde kompas is minder technisch geworden, er is meer aandacht voor het perspectief van mensen met een beperking en hun verwanten, en meer aandacht voor professionele ontwikkeling. Dat gebeurt via ‘de rode draad reflecteren, leren en verbeteren.  Het Kwaliteitskompas heeft nu betrekking op gehandicaptenzorg binnen de Wet langdurige zorg (Wlz), maar het is de bedoeling ook te kijken naar de WMO en Jeugdwet."

Daarnaast heeft men, aldus directeur Fischer van de FLZ , samen met de deelnemers (cliënten) uitgangspunten benoemd die samen te vatten zijn onder de termen Samen, Buiten en Gewoon.  Dit betekent’ Ik hoor erbij en doe mee’ of ‘we eten samen gezond blijven we bezig met de inhoud van de zorg’ en ‘we hoeven minder tijd te besteden aan papierwerk.'

Samen verder werken

Het ministerie van VWS en de Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ) zijn erg enthousiast over de nieuwe aanpak rondom kwaliteit.  Dat vooral het gebruik van taal aansluit bij de zorg zoals die beleefd wordt is een pluspunt. Ook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)  wiens leden de WMO uitvoeren, omarmde onlangs het kwaliteitskader voor de zorglandbouw. De FLZ is ook betrokken bij de ontwikkelagenda die gekoppeld zit aan het kompas. In deze ontwikkelagenda staan thema's waar de Stuurgroep de komende jaren aan wil werken, zoals de reikwijdte van het Kompas.

NRC, 13- 2- 2023,

VGN, 23 januari 2023